Dialoog inside out

Dialoog Inside Out

Een weergave van onze eerste dialoog

Hoe ziet  een voedende, gelijkwaardige samenwerking eruit, waardoor je impact kunnen blijven maken?

Werd gezamenlijk verwoord: hoe zorg ik goed voor mezelf?

De balans tussen goed voor mij, goed voor de organisatie, goed voor de ander is een zoektocht. Vragen en behoeften van anderen verleiden me weg te gaan van mezelf.

De lijstjes worden langer, de frustratie van to-do’s die meer worden. Waar zet ik kruisen? Wanneer ik goed zorg voor het team, kan ik dat dan ook voor mij doen? Als ik loslaat, als ik tijd maak voor het hier en nu, lossen lijstjes op. Dan is er rust en ruimte. Maak ik rust en ruimte.

De vele rollen die ik vervul vragen een nog sterker innerlijk kompas: afstemmen op mij, afstemmen op de ander. Wat ontstaat er dan?

Ik worstel met dit thema, zo goed voel ik de ander aan, dat ik mezelf verlies. Groene ruimte heb ik nodig. Wroeten in de aarde. Daar vind ik mezelf steeds weer. 

Wat is er nodig om goed voor mezelf te zorgen?

Ruimte zoeken, Ruimte maken, Helder kiezen, Hekje plaatsen verder voor mij uit. Zwaard hanteren wat buiten moet blijven.

Luisteren naar het hier en nu

Wat staat mij te doen?

Luisteren naar de zachte stroom, Uitgestelde aandacht is ook aandacht, Op tijd uit de doe-maar-door stappen, Nee zeggen is ook zorgen voor mezelf en ja zeggen tegen mij.

Wie zit er bij jou achterop?

IMG_3059-e1478703989787-150x150

Ik fiets, wind tegen, berg op. Ik pers de lucht met bolle wangen uit mijn longen om extra kracht te kunnen zetten. Het is zwaar trappen. Maar ik laat me niet kennen. Ik haal mijn bestemming. Zwetend, met rode wangen en buiten adem kom ik aan. Poeh hé! Dat was hard werken! Nou, dat is je aan te zien. Wie zat er bij je achterop?!

Oeps… ik dacht niemand. Maar is dat wel zo? Wie zát er achterop vraag ik me af??

Regelmatig laat ik mensen achterop zitten, neem ik ze mee op mijn reis. No wonder why it’s so hard!

Hard werken, moeite doen, doorzetten, lange adem nodig hebben. Het lijkt soms bij mij te horen. Zie haar ‘hard werken zeg’. En dan ben ik er nog trots op ook! Hard werken is goed!

Ik neem mensen achterop in projecten, in samenwerkingen die moeite kosten. Ik werk soms voor twee. Omdat ik dat van mezelf verwacht. Omdat ik dat geleerd heb. En ook omdat ik daarvoor beloond werd vroeger.

De beperking van de ander zet mij op aan, en ik ga aan de slag. Trappen, trappen, trappen op die fiets. Een valkuil die ik nu pas herken. En waarvan ik me nu mag afvragen: wil ik dit? Wil ik werkelijk mensen achterop nemen?

Of als ik echt heel eerlijk ben, wil ik helemaal niet zo hard werken. Zou ik liever fluitend willen fietsen, onderweg bloemetjes plukken, snel een schets van een prachtig uitzicht maken.

Mensen aan boord houden, erbij blijven, trouw zijn. Tot welke prijs? En belangrijker nog: Hoort het werkelijk bij mij? Is dit wat ik wezenlijk wil?

Mijn inzicht na de afgelopen jaren, ik neem te vaak, ongewild mensen achterop. Niet omdat zij dat perse vragen, maar omdat ik dat doe. En ik heb besloten dat ik, behalve mijn lieve drie kinderen, niemand meer zomaar achterop wil nemen.

Wie zit er bij jou achterop?! En is dat ook echt wat jij wilt? Wie wil jij achterop nemen? En laat je wel eens iemand afstappen?!

Negatieve overtuigingen

IMG_1272-150x150Stemmetjes die een leven lang in mijn systeem rondzoemen en me regelmatig saboteren. Een of twee stemmen voeren de boventoon met een vaak terugkerend zinnetje.

En iedere keer als ik dat zinnetje bewaarheid zie, dan denk ik: zie je wel!

Mijn grootste saboteur: ik doe er niet toe. Wat ik ook doe, hoe goed ik ook mijn best doen, ik doe er niet toe. Iedere afzegging voor mijn feestjes, iedere negatieve feedback op een training, gepasseerd worden in een vergadering door een voorstel waarover heen gepraat wordt: zie je wel, ik doe er niet toe.

Mijn grootste drive is er wel toe doen! Verschil maken. Laten zien aan mezelf dat ik wel belangrijk ben.

Het grappige is, eigenlijk, dat het een prachtige creërende energie kan brengen. Waarmee ik veel kan neerzetten, bereiken, opzetten, doen.

Het lastige is dat in ieder: zie je wel moment, de eerste reflex contraproductief is aan mijn diepste wens om er wel toe te doen. Ja, ik saboteer mezelf dus… Als een voorstel niet gehoord wordt en ik me gepasseerd voel, denk ik vooral: zie je wel… en hou verder mijn mond. En zo passeer ik mezelf nog veel harder.

Wat als ik vrij zou kunnen worden van de reflex: zie je wel, ik doe er niet toe…?

Dan zou ik mijn voorstel rustig kunnen herhalen, of nog scherper verwoorden en neerzetten. Of vragen aan de ander, waarom het voorstel gepasseerd wordt. Ik zou kunnen voelen dat mijn feestje misschien voor de ander niet gelegen komt. En dus niks over mij zegt. En doorvragen bij negatieve feedback, hé, wat zeg je eigenlijk, dat is interessant. Zullen we dat eens onderzoeken?

Daarin stappen zetten, waarvan dit er één is! ?

Sociale Zaken: verbonden en inclusief

image

Na meer dan 20 jaar werkervaring, leidinggevende ervaring en het met succes opzetten en opschalen van verschillende sociale initiatieven vind ik het tijd worden om eens stil te staan. De rugzak open te maken. Ervaringen van lang en kort geleden pak ik uit. Ik onderzoek: wat gebeurde er toen, wat voelde en dacht ik? Hoe ben ik dat verderop weer tegen gekomen? Wat leer ik daarvan? Soms kan ik het gemakkelijk vastpakken. Soms zoek ik nog naar de betekenis, de context. Mijn rol, of de rol van een ander daarin.

Ik doe dit niet alleen. Tijdens lange wandelingen met een fijne collega breng ik onder woorden wat ik tegenkom. Toets ik mijn bevindingen aan die van haar. Samen gaan we ook weer met anderen in gesprek die expert zijn op het gebied van samenwerken, teambuilding. We duiken samen de literatuur in. Toetsen opnieuw, en leren zo gaandeweg wat de levenslessen zijn of zijn geweest.

We houden onze gesprekken bij in Evernote. De foto’s van de wandelingen ook.

Zo vormt zich langzamerhand een mooie verzameling aan lessen, tips, inzichten, kennis, anekdotes.

En heel graag willen we dit ook weer delen. In dialoog met anderen blijven we heel graag onderzoeken, doorleven, doorvoelen: hoe ziet leiderschap anno nu eruit? Wanneer werk ik prettig samen? Hoe is dit voor anderen? Wat is het moment dat er flow ontstaat en wanneer het moment dat dit stopt? Wat zijn randvoorwaarden in een efficiënte samenwerking? Hoe breng ik mezelf in? Wat belemmert mij? Waar krijg ik vleugels van? En in gesprek met mensen om mij heen deze vragen ook aan hen te stellen. En wat betekent dit dan voor onze samenwerking?

Kortom echt een nieuwe fase voor mij. Van verdieping. Verbinding maken met de rugzak die ik meedraag en nieuwsgierig te zijn naar de rugzak van anderen.

Je kunt ons sinds kort volgen op www.socialezaken.nu.

Wens je jouw team, afdeling, organisatie, netwerk ook een verdieping toe op deze vragen? We faciliteren dit graag! We zijn overtuigd van de waarde van de verdiepende dialoog en hoe deze dialogische gesprekken een duurzame samenwerking ten dienste kan zijn. Samen vertragen, verdiepen, eigen ervaringen inbrengen en daarmee jezelf zichtbaar maken. De ander in dat gesprek te mogen ontmoeten.

Oranje Pepernoten

pepernoten

In het artikel ‘Ongemakken van een koninklijk fonds’ in het NRC van zaterdag 26 oktober over het functioneren van het Oranje Fonds en de rol van het koninklijk paar, kwam een belangrijke vraag niet aan de orde: Waar ligt de komende jaren een nieuwe uitdaging voor het fonds? De ontwikkelingen die de afgelopen jaren plaatsvonden in sociaal ondernemerschap zouden het uitgangspunt kunnen vormen voor een nieuwe aanpak.

Toen in 2008 het Oranje Fonds van start ging met het Groeiprogramma, een driejarig, intensief trainings- en coachingsprogramma voor sociale pioniers, zette het fonds een baanbrekende stap. Een heldere visie en partnerships met het bedrijfsleven leidden tot een revolutionaire aanpak waarin niet alleen wordt geïnvesteerd  met geld in projecten maar vooral in kennis, vaardigheden en netwerk. Het Groeiprogramma maakt dat sociale pioniers kunnen doorgroeien naar sociale ondernemers, waardoor de investeringen blijven renderen ver na afloop van een bepaald project of initiatief. Je investeert immers in mensen. Het toonde moed en inzicht om op deze wijze in te zetten op het sociale kapitaal van Nederland. En met succes: de 50 procent  van de sociale ondernemers die na het doorlopen van het Groeiprogramma nu nog steeds succesvol en maatschappelijk relevant actief zijn, is een score waar menig investeerder in commerciële start-ups jaloers op zou zijn. Geen wonder dat het concept van het Groeiprogramma inmiddels gemeengoed is geworden in de fondsenwereld.

Sinterklaas
Alleen, het fonds is toch vaak nog de ‘ouderwetse’ partij met de zak geld, een Sinterklaas die het snoepgoed verdeelt! Er kan nog zoveel meer gebruik gemaakt worden van de kennis en knowhow die bij de pioniers zélf zit. Een gemiste kans voor zowel het fonds als de pioniers? Mede dankzij het Groeiprogramma zijn er veel sociaal ondernemers die een eigen, moderne visie ontwikkelen op de sector en deze met succes in de praktijk brengen.

Nieuwe wegen
Vijf jaar na de start van het Groeiprogramma bevinden we ons in een lastig financieel tijdperk. Sociale pioniers en ondernemers hebben overal te maken met teruglopende subsidiemogelijkheden. Reguliere financiering door overheden is moeizaam te realiseren. Dat vraagt om creativiteit, om zoeken naar nieuwe wegen. Nieuwe business modellen, innovatieve verdienmodellen, de deeleconomie, de netwerkorganisatie, uitgaan van eigen kracht. Het zijn de nieuwe antwoorden om impact te kunnen blijven maken. En dat gebeurt ook. Sociaal ondernemers zijn creatief gebleken in het opvangen van teruglopende inkomsten uit subsidies. Door partnerships aan te gaan met elkaar en met het bedrijfsleven, door waarde te creëren met slimme inzet van internet en sociale media. Door crowdfunding. Door niet meer alleen op zoek te gaan naar geld maar in te zetten op menskracht, kennis en vrijwillige tijd.

Om hierop in te haken en dit te ondersteunen zodat de impact van sociale pioniers en ondernemers verder kan blijven groeien is het nodig dat de fondsenwereld in Nederland meegroeit met deze ontwikkelingen. En niet meer vasthoudt aan de ouderwetse rolverdeling tussen fonds en aanvrager. In de deeleconomie is het de kunst om de schat aan kennis, ervaring, sociale innovatie die bij fondsen aanwezig is, te ontsluiten en te delen. Zichtbaar te maken. Een meer horizontale, gelijkwaardige verhouding, gebruik maken van elkaar als gesprekspartner, inzetten van pioniers en initiatiefnemers als experts op sociale innovatie.

Het Oranje Fonds kan hierin opnieuw de toon zetten in de fondsenwereld. Tijd voor een nieuwe baanbrekende stap? In 2008 sloot het Oranje Fonds een alliantie met Mc Kinsey & Company om samen het Groeiprogramma te realiseren. Dit partnerschap lag allesbehalve voor de hand, maar leidde tot uitstekende resultaten.

Zoek net als in 2008 naar minder voor de hand liggende partners, en maak gebruik van de kennis bij sociaal ondernemers. Ontwikkel samen een strategie voor de komende vijf jaar, gebaseerd op nieuwe verhoudingen.  Zorg daarmee voor een nieuwe spannende weg en word wederom toonaangevend in de fondsenwereld!

Fiene van Loock, oud-deelnemer aan het Groeiprogramma, Directeur Two Get There en mede initiatiefnemer van het Social Powerhouse, het netwerk voor en door sociale ondernemers.